|
van Beverwijk, een kunstschilder die om den brode een paar uur tekenles gaf op de middelbare school. Hij draaide met rijstevloei piraatjes van Javaansche Jongens, liet ons de vrije hand en schilderde intussen met verve aan een reusachtig doek. Op de ontvankelijke leeftijd van dertien begon ik thuis ook te kliederen. Een tube verf was gauw gekocht. Van wat latjes en een oud linnen hemd flanste ik een schildersdoek in elkaar, en toog aan het werk. |
Colofon | ||||||||||||||
,,,,, | .................... |
|
|||||||||||||
Eerstelingen 1964. ![]() |
|||||||||||||||
.
|
Jaren is het daarbij gebleven. Ik zal een jaar of 16 geweest zijn toen enige door de school georganiseerde museumbezoeken - onder leiding van de kunstschilders Klaas Ooievaar en Anton Mauve - mij opnieuw aanzetten om met opgerolde hemdsmouwen de wereld versteld te doen staan. Met een overgeschoten waterverfdoosje ontstonden vier gouaches: een naakt, vrij naar picasso, een exotische kop, een surrealistisch tafereel en een voorstelling die in het duits zo treffend kan worden aangeduid als Weltschmertz (de vrouw en de kansel zijn naar Frans Masereel). |
||||||||||||||
|
![]()
|
||||||
![]() |
![]() |
||||||
|
||||||||||
|
||||||||||